fbpx

Mijn bijna-doodervaring (BDE)

Het overkwam mij: een bijna-doodervaring (BDE). Het is juni 2002. En ik ben ziek. Heel ziek en aan het werk in het Zaans Medisch Centrum, op de communicatie-afdeling. Mijn lieve collega zegt, dat ik eruit zie als een wandelend lijk en thuis in mijn bed hoor te liggen. Ondanks dat ik bijna nooit ziek ben of mij ziek meld, neem ik haar advies ter harte en ga naar huis, waar ik meteen mijn bed induik. Mijn lijf voelt alsof er een vrachtwagen overheen gereden is. Dat dit alles leidt tot een bijna-doodervaring (BDE) kan ik op dat moment nog niet vermoeden. De volgende ochtend is het niet veel beter.

Mijn lief zegt – en dat zegt hij nooit – dat ik de huisarts moet bellen. Een huisarts in opleiding komt, een jonge vrouw, die ik de rest van mijn leven dankbaar zal zijn. Ze belt met het ziekenhuis en gebruikt al haar overredingskracht om mij op de spoedeisende hulp te krijgen. Ik hoor haar nog wel, maar raak steeds meer in mijzelf gekeerd. Alles gaat langs mij heen, alsof mijn bijna-doodervaring al begonnen is. De huisarts in opleiding vermoedt een acute geperforeerde blindedarm. Degene die zij aan de telefoon heeft, denkt dat ook ik besmet ben met het dan heersende griepvirus..  De huisarts in opleiding krijgt – helaas – gelijk…

De laatste dokter heeft altijd gelijk…

Eenmaal op de spoedeisende hulp word ik door diverse artsen onderzocht, allerlei onderzoeken vinden plaats. Het verlossende woord wordt nog niet gesproken, de oorzaak na zes uur nog niet gevonden. Het maakt mij allemaal niet meer uit, inmiddels ben ik zo ziek dat het me niks meer kan schelen wat ze met me (gaan) doen. De laatste dokter, in mijn geval de gynaecoloog én de huisarts in opleiding, heeft altijd gelijk: een geperforeerde blindedarm, die inmiddels mijn buikholte heeft gevuld en geïnfecteerd. Binnen tien minuten lig ik op de OK om geopereerd te worden.

Op de klok in de operatiekamer is het tien over zes, de tijd dat ik ‘vertrek’. De narcose begint te werken en ik zak in een diepe slaap. Het beeld van de klok verandert in een vriendelijk gezicht. Een man gebaart me hem te volgen. Hij zegt dat hij mijn gids is. De man is zo vriendelijk, dat ik er geen moment over twijfel om met hem mee te gaan. Mijn lijf blijft achter op de operatietafel.  Ik zie het liggen onder een groen laken en de artsen en verpleegkundigen hoor ik praten. Het maakt me niet meer uit, waar ik heenga, is het goed. Het volgende wat me gebeurt, is met de woorden die wij kennen, nauwelijks te beschrijven.

Zwevend naar het paradijs…

Ik laat de operatiekamer en het ziekenhuis achter me, of eigenlijk meer onder me want ik ‘zweef’ steeds verder omhoog. Alhoewel ik met mijn verstand, mijn hoofd, mijn ratio geen richting meer kan waarnemen. De vriendelijk uitziende man met de liefdevolle uitstraling is er ook niet meer. Ik ben in een soort tunnel aangekomen, waar ik liefde, warmte en licht om mij heen ervaar. Mijn lichaam in de vorm zoals ik het ken, is er niet: ik ben één met de ruimte om mij heen. Ik ga door een cirkel van licht en ineens neem ik mijn overleden dierbaren waar; lieve opa’s en oma’s, ons eerste niet-geboren kindje. Alsof ze naar mij toe bewegen, zijn ze er allemaal en net als ik, niet in de vorm van een lichaam of lijf of gezicht zoals wij dat kennen. Noem het entiteit, ziel of welk woord dan ook dat bij jou past.

Mijn terugkeer..

De plek waar ik dan ben, voelt zo vredig en fijn dat ik er nooit meer weg wil. Hoe lang ik hier ben geweest, ik heb geen idee. Alles in mij schreeuwt: blijven! Ik drijf, zweef, voel me super en geniet met volle teugen van de kleuren. Welke kleuren? Niet te omschrijven, alle kleuren in elke intensiteit en dan nog mooier. Ik voel de warmte en liefde om mij heen van al mijn dierbaren. Hoe dat voelt? Ik vermoed dat het gevoel, dat we als baby al drijvend en gewichtloos zwevend in het vruchtwater van de baarmoeder het dichtst in de buurt komt. Dat zal niet voor niets zijn…

Mijn terugkeer voelt als een ‘wedergeboorte’. Ineens wordt er aan me ‘getrokken’. Alsof mijn lifeline hard naar beneden wordt gerukt. Terugkeren is niet fijn, niet voor mijn lijf, niet voor mijn hoofd, nergens voor. Het voelt koud en hard om mij heen. Met een enorme schok land ik in mijn ziekenhuisbed op de verkoeverkamer.  Met vier verpleegkundigen houden ze me tegen, alles in mij schreeuwt: ik wil hier weg! Ik vecht met de infuusdraden in mijn arm en verlies… zak weer terug op het bed, het lukt me niet om los te breken. En daarmee komt ook het keiharde besef dat mijn ervaring in het paradijs ten einde is.

Bijna-doodervaring: ik ben gek!

Ik vind het nog steeds moeilijk om over mijn ervaring te praten. Het wakker worden in een lijf met pijn. Een lijf dat heel lang nodig heeft gehad om te herstellen. Aan alle kanten rammelde. Waarvan ik kon voelen, dat het me niet meer voegde. Wat niet deed, waar het voor bedoeld was. En toch vier maanden na mijn operatie en ervaring nieuw leven in zich droeg! Een cadeau, een teken dat ik mijn leven hier op aarde verder ging en dat het mijn tijd nog niet was.

Ik heb me lang schuldig gevoeld. Tegenover mijn partner, mijn ouders, mijn vrienden en familie, maar vooral tegenover onze kinderen. Want ik was op zo’n bijzonder mooie, liefdevolle plek en ik wilde niet terug, ook niet voor hen. Dat  raakt me als ik eraan denk. En het komt nog weleens terug, dat schuldgevoel. Een verlangen naar de dood, hoewel ik het zo niet zou noemen, eerder een ‘andere staat van Zijn’… Dat overkomt me vooral als ik niet zo lekker in mijn vel zit…

Compleet

Na bijna vijftien jaar, heb ik recent ervaren dat mijn lijf en ziel weer voegen. Bij het uitleggen van deze ervaring, maken mijn handen altijd een soort twist, een draaiend gebaar. Mijn handen komen samen rond mijn hartstreek, mijn wedergeboorte is compleet. Mijn lijf is geheeld, het rammelt niet meer en mijn ervaring mag ik delen. Ik ben sensitiever, voel als mensen verdriet of pijn hebben. Niets zweverigs of paranormaals aan, gewoon wie ik ben. In mijn werk als coach is mijn sensitiviteit en weet van ‘iets’ na de dood een extra sensor. Angst voor de dood heb ik niet meer. Mijn sensitiviteit helpt mij en de cliënt om te checken of we op de goede weg zitten.

___________________________________________

Wat is een bijna-doodervaring (afgekort BDE)?

Cardioloog P. van Lommel, BDE-onderzoeker heeft de bijna-doodervaring als volgt gedefinieerd:

“Een bijna-doodervaring is een geestelijke ervaring die kan optreden tijdens een periode van klinische dood, maar ook tijdens een stervensproces of soms zonder duidelijke aanleiding. De bijna-doodervaring is een universele ervaring die over de hele wereld en door alle tijden heen wordt vermeld, die onafhankelijk is van leeftijd, intellect of godsdienst.”

Er is veel te lezen over bijna-doodervaringen. Van mensen, die eenzelfde ervaring hebben, van wetenschappers en van critici. Pim van Lommel geeft lezingen en schreef als wetenschapper het boek ‘Eindeloos bewustzijn.’ Je kunt een kijkje nemen op onderstaande sites:

bijna doodervaring